Met Gevoel voor Realiteit biedt de theoretische basis onder betekenisgeving. Hoe betekenis ontstaat, de invloed ervan, de referentiekaders die mensen tot hun beschikking hebben om betekenis te geven en te ontvangen. Zo ontwikkelt iedereen zijn eigen oriëntatiemix: een combinatie van de open, sociale, rationele en zelfreferentiële oriëntatie. Daarmee is ieder mens uniek maar herken je tegelijkertijd in welke omgeving iemand is opgegroeid, leeft, leert en werkt.

De ontwikkeling van betekenisgeving voltrekt zich net als alle andere natuurlijke processen in wisselwerking met de omgeving: via stadiumgewijze evolutie. In het boek staan allerlei stavoluties uitgeschreven: van een cel in een biomassa die uitgroeit tot menselijke intelligentie en tot het vermogen tot organiseren; hoe een drugsverslaafde crimineel kan worden; hoe mensen en organisaties vaste patronen ontwikkelen. Dat maakt stavolutie fascinerend: het is groei, vaak zonder directe bewuste sturing, wat robuuste gewoonten en vormen oplevert die tegen een stootje kunnen. En dat kan weer vervelend zijn als je wilt veranderen, want dat doe je niet even.

Dit boek is een must voor iedereen die betekenisgeving in essentie wil begrijpen en de verschillen in oriëntaties en vormen van organiseren in eigen omgeving wil gaan herkennen. Voor wie zijn waarnemingsvermogen wil vergroten om stavolutionaire processen in alles wat leeft te gaan herkennen.