- betekenis: als ordening / als invloed
- wisselwerking en potentie tot evolutie
- rationele betekenisgeving
- denken: wisselwerking in je brein
- grondvormen van betekenisgeving:
- – evolutionair
- – groepssociaal
- – (geïndividualiseerd) sociaal
- – zelfreferentieel / zelfreferentialiteit
- stadiumgewijze evolutie
- oriëntatie
- intern/ extern georiënteerd
- overzicht
- eco-butcher / gulliver / passivist
- toestand
- realiteit / werkelijkheid
- vormen van pragmatisme:
- – evolutionair
- – (groeps)sociaal
- – zelfreferentieel
- – rationeel
- mens-en-contextgedreven werken
- Sezen Originals / Sezen-referentiestelsel
- definitie van de situatie
- systeemgedreven / contextgedreven
- rationaliteitswig
betekenis:
—–– als ordening
—–– als invloed
wisselwerking en potentie tot evolutie
rationele betekenisgeving
denken: wisselwerking in je brein
grondvormen van betekenisgeving:
—–– evolutionair
—–– groepssociaal
—–– (geïndividualiseerd) sociaal
—–– zelfreferentieel / zelfreferentialiteit
stadiumgewijze evolutie
oriëntatie
intern / extern georiënteerd
overzicht
eco-butcher / gulliver / passivist
toestand
realiteit / werkelijkheid
vormen van pragmatisme:
—–– evolutionair
—–– (groeps)sociaal
—–– zelfreferentieel
—–– rationeel
mens-en-contextgedreven werken
Sezen Originals / Sezen-referentiestelsel
definitie van de situatie
systeemgedreven / contextgedreven
rationaliteitswig
Mensen zeggen geen vertrouwen meer te hebben in de politiek. Wat ze ermee bedoelen kunnen ze meestal niet omschrijven. Ze vinden wel dat heel veel anders moet. Verlies van vertrouwen kun je pas duiden als je herkent hoe verschillend politici en de samenleving aan verschijnselen en zaken betekenis geven.
Betekenis kan een referentie aan een ordening zijn, zoals een systeem, verkeersbord, wet of regel. Tweede en Eerste Kamerleden en bestuurders van organisaties gaan vrijwel altijd uit van ordeningen. Het laat rationele betekenisgeving zien: vanuit je brein betekenis aan verschijnselen en ervaringen geven. Deze vorm van betekenisgeving overheerst in westerse landen. Dat is niet verwonderlijk. Al in de 17e eeuw merkte Descartes op dat wetenschap en technologie bepaalde wat hij waarnam. In onze tijd is dit meer dan ooit het geval.
Betekenis kan ook staan voor invloed. Invloed ervaar je in wat je waarneemt en voortdurend verandert, in ervaren dat je leeft. In wisselwerking kan ontstaan wat er eerder niet was. Er zijn in de loop van de tijd vormen van leven ontstaan die zich steeds vernieuwen en aanwezig blijven. We zeggen: wat is ontstaan ‘is geëvolueerd’. Iedereen kan waarnemen dat in wisselwerking de potentie tot evolutie huist.
In wisselwerking zijn met de omgeving wil zeggen dat je (al dan niet bewust) reageert op de invloed van een verschijnsel. Bijvoorbeeld een regenbui, wind, zonlicht, de geur van je moeder, een vlinder die op een bloem landt. De invloed die je eraan toekent is dat het omstandigheden zijn waarin je leeft en die leven geven. Je geeft je eraan over, leert ermee om te gaan. Meestal doe je dat zonder woorden, wat vaak wordt opgevat als er geen betekenis aan geven.
In wisselwerking gaat de meeste aandacht en energie uit naar verschijnselen waarop je zelf van invloed bent of kunt zijn. Dat is in onze cultuur bijna altijd wisselwerking met andere mensen. Die kunnen op jouw invloeden reageren, waarop jij weer kan reageren, en waarop al wat leeft in die omgeving kan reageren, enz. Ook in die wisselwerking neem je waar of verwacht je dat er een potentie tot evolutie in huist.
Evolutie treedt ook op tussen soortgenoten – zoals bij paarden onderling, wolven onderling, mensen onderling die met elkaar in wisselwerking zijn. We noemen het groepssociale betekenisgeving. Betekenis die in wisselwerking tussen mensen ontstaat noemen we gehechtheid, liefde, genegenheid: als groepslid ben je bezig met andere groepsleden en wat zij aan invloeden van verschijnselen ervaren. Daarin zijn gradaties. Met familieleden, buren, vrienden, buurtbewoners, collega’s, landgenoten ontstaat groepssociale betekenisgeving met steeds andere vormen van invloed en gewicht die je eraan geeft.
Er is nog een derde patroon dat in wisselwerking zichtbaar wordt. Vanaf de geboorte komt wisselwerking met de omgeving op gang die je vooral met ouders, broers en zussen en later met nog andere mensen deelt. Op ongeveer 2,5 jarige leeftijd wordt identiteit zichtbaar. Het wil zeggen dat een kind in staat is vanuit zichzelf betekenis aan verschijnselen en invloeden te geven. We noemen dat: zelfreferentiële betekenisgeving. Zelf-referentieel wil zeggen: verschijnselen die in wisselwerking met de omgeving ontstaan ken je invloed toe die refereert aan wat je er in jezelf van ervaart. Betekenis die zo ontstaat noemen we: gevoelens, identiteit, persoonlijkheid, eigen smaak. Uitingen waarin je zelfreferentiële betekenisgeving herkent noemen we zelfreferentialiteit. Je merkt dat het in deze tijd bij steeds meer mensen hun gedrag kenmerkt.
Voor een toekomst waarin mensen duurzaam en sociaal met hun omgeving omgaan zijn vooral evolutionaire en sociale betekenisgeving nodig; zelfreferentiële en rationele betekenisgeving zijn dan ondergeschikt en kunnen hoogstens bijdragen als ze helpend worden ingezet. Mensen bij wie evolutionaire en/of groepssociale betekenisgeving voorop staat noemen we extern georiënteerd.
Van mensen bij wie alle vier vormen in hun waarnemingsvermogen en oordeelsvorming tot uiting komen, zeggen we dat ze overzicht hebben. Gullivers zijn daar een voorbeeld van. Zij gebruiken het Sezen-referentiestelsel om tot een breed oordeel te komen. Hun handelen is ermee in overeenstemming. Hun oriëntatie zit niet in de weg. Ze kunnen in elke cultuur, elke plaatselijke omgeving en situatie een balans vinden in de vier vormen van betekenisgeving en de passende vorm van pragmatisme aanreiken.
De meeste herken je direct. Zo zal iemand vol wensen zitten. Met gebruik van rationaliteit worden die in doelen omgezet. In ons hoofd loopt een en ander door elkaar: je bedenkt iets, maakt plannen, afwegingen, je stelt je dingen voor die er in de realiteit (nog) niet zijn. Anderen zien die wensen en ideeën niet, ze zien alleen wat je concreet doet: je formuleert mijlpalen, schrijft schema’s op met tijdstippen en geldbedragen. Je schrijft teksten, maakt tekeningen, overlegt met anderen over analyses en verbeteringen. Je bent rationeel pragmatisch bezig.
Doelen stellen om iets te bereiken dat alleen uit wisselwerking kan ontstaan vraagt evolutionair pragmatisme. Die vorm van pragmatisme neem je tussen mensen waar als iemand in een ruimte met anderen een voorstelling geeft over wat volgens die persoon wenselijk is, inclusief de invloeden en effecten die hij eraan verbindt. Die kunnen voor iedereen anders zijn en zal leiden tot allerlei aangepaste voorstellingen die ook weer in allerlei ruimten worden afgegeven. Er ontstaan discussies over al die voorstellingen en mensen ontwikkelen er een waarvan ze denken dat die bij henzelf en hun omgeving past.
Een ondernemer kan evolutionair pragmatisme gebruiken om een concept voor het eigen bedrijf te ontwikkelen, een opvoeder heeft het nodig om de omstandigheden te herkennen waaronder een kind zich ontwikkelt, een arts voor de omstandigheden waaronder patiënten gezond blijven of ziek worden. En ieder mens heeft het nodig bij het veroveren van toekomstperspectief.
In groepssociaal pragmatisme hebben familie en verwanten een band met elkaar die het mogelijk maakt als groep te opereren. De groep geeft de leden identiteit en bescherming. Wat je aan de wereld bijdraagt is voor en van de groep. Bijvoorbeeld in Afrika zijn er culturen waarin leden van een familie of clan alles met elkaar delen. Deze vorm van pragmatisme is kenmerkend voor de islam. Daarin is het niet ongewoon clans tegen te komen die elkaar bestrijden.
In de westerse wereld krijgt het vorm in mens-en-contextgedreven werken. Dat introduceerden we in 2008. Kenmerkend is dat je je verplaatst in iemands oriëntatie en gemoedstoestand om te doen wat helpt, vanuit die persoon gezien. Je leest diens oriëntatie en context uit, probeert er evolutionair pragmatisch naar te kijken, dat wil zeggen maakt voorstellingen van wat in die context bij die persoon kon en kan ontstaan. En hoe je een en ander beïnvloedt en welke voorstelling kans heeft te evolueren naar een gewenste toestand en oplossing.
Al deze begrippen, de Sezen Originals, zijn bij Stichting Sezen tot stand gekomen. Je kunt er vormen van betekenisgeving en pragmatisme mee onder woorden brengen. Het krijgt samenhang in het Sezen-referentiestelsel. Je kunt ermee verwoorden welke patronen in ieders oriëntatie zijn over- en ondergewaardeerd. Het wordt ermee mogelijk dat mensen in dezelfde situatie maar met verschillende oriëntaties aangeven welke betekenis en vorm van betekenisgeving en pragmatisme voor hen belangrijk zijn. Zodra ze dat van elkaar herkennen en van zichzelf weten, kunnen ze samen uitzoeken welke combinatie van betekenisgeving en pragmatisme in die situatie tot gelding zou moeten komen. Vervolgens bespreken ze over welke competentie iemand moet beschikken om de gekozen vormen van betekenisgeving en pragmatisme als definitie van de situatie in te stellen.
De leiding in een organisatie, de leerkracht voor de klas, hoofd van de familie, degene met de meeste macht in huis of op straat, het bestuur in een vereniging, politici, de rechter in de rechtszaal hebben allemaal een positie om een definitie van de situatie te bepalen. Er ontstaat machtsstrijd als partijen verschillen over de vraag welke definitie van de situatie moet gelden. In westerse culturen wordt de machtsstrijd nu vooral gevoerd over de vraag of van wisselwerking of van ordeningen moet worden uitgegaan. Als van ordeningen wordt uitgegaan noemen we de inrichting systeemgedreven. Dan zijn rationeel en zelfreferentieel pragmatisme van de leiding bepalend. Als van wisselwerking wordt uitgegaan noemen we het contextgedreven en is sociaal en evolutionair pragmatisme van medewerkers leidend. Met het Sezen-referentiestelsel kan men ook toetsen of een organisatie passend is ingericht en bestuurd wordt in lijn met wat ze als passend hebben vastgesteld.
Het valt op dat in vrijwel alle organisaties de systeemgedreven vorm is ingesteld, tot in zorg en onderwijs aan toe. Ook zien we dat het Openbaar Ministerie alle bestuurszaken beoordeelt vanuit systeemgedrevenheid. Het zijn voorbeelden van de rationaliteitswig: de externe vormen van betekenisgeving worden functioneel benaderd en in rationele taal verwoord. Evolutionair pragmatisme is er vrijwel mee uit het handelingsrepertoire verdwenen en sociaal pragmatisme zit onder een dikke laag rationeel pragmatisme.
Wil je vormen van betekenisgeving herkennen en hoe die zich in oriëntaties bij mensen manifesteren? Zie Voorbij het vanzelfsprekende (2014?).
De volle omvang van het Sezen-referentiestelsel is beschikbaar in het boek Realiteit en Werkelijkheid (2022).
Los het nou gewoon op!? (2023) gebruikt deze inzichten in actuele vraagstukken om uit de problemen te komen.