Hij had met regelmaat erg veel pijn. Als familie gingen we zo vaak als mogelijk op bezoek. Op een avond kwam er een dame langs die wij niet kenden met bloemen.
Ze stelde zich voor als Samira uit de keuken. Het bleek dat zij degene was die hij elke avond belde om door te geven wat hij wilde eten. Ze was wel benieuwd wie het nou was, die zij steeds aan de telefoon had en van elke bestelling een geanimeerd gesprek maakte. Ze maakte niet vaak mee dat een patiënt zich zo geïnteresseerd toonde.
Toen ze weg was zei hij: ‘Wat een aardige vrouw. Ze heeft altijd een aardig woord voor me terwijl ze belt vanuit de roestvrijstalen omgeving van de keuken.’