Na tien minuten van creatieve gedachten, sta ik op. De hond moet toch uitgelaten worden, troost ik mijzelf. Buitengekomen staat het illegaal geblindeerde autootje er nog. Vriendelijk vragen of het wat zachter kan zit er niet meer in.
Terwijl ik wegloop stel ik mij voor hoe mijn huisarts zou reageren als ik mijn gewelddadige gedachten met haar zou delen. Ze zou me waarschijnlijk adviseren om wat verdraagzamer te zijn: “Heel Zen, blijf kalm, denk aan je bloeddruk. Heb je al eens aan een cursus gedacht?”
Het is niet ondenkbaar dat het pestventje in zijn autootje recentelijk ook naar de huisarts is geweest, omdat hij zich stoort aan het gesmak van zijn moeder en zijn zusje. Hij krijgt te horen dat hij daar niets aan kan doen, hij lijdt aan misofonie.
Achter me hoor ik hem vol gas wegscheuren, waarschijnlijk een klompvoet.