omdat de huidige aardgasopbrengst daarvoor te laag is. Je vraagt je af hoe leiders van zo’n winstgevend en vermogend bedrijf op dit idee komen.
Het antwoord vind je in de opzet van het wereldhandelsakkoord TTIP. De grondslag daarvan is dat bedrijven bij een staat een claim mogen neerleggen als door overheidsbeleid hun omzet vermindert en de daaraan gepaarde winst achter de horizon verdwijnt.
In geval van het aardgas: minister Kamp heeft de hoeveelheid op te pompen aardgas verlaagd. Zolang het TTIP-akkoord nog niet gesloten is, lijkt het een brug te ver om de Staat der Nederlanden aan te spreken. Maar ze denken bij Shell dat deze variant, om Groningers niet te betalen, wel kan. Het typeert de zelfreferentialiteit van de leiders van bedrijven die achter het TTIP zitten. Ze grijpen deze kans nu de zittende politici denken dat alle heil komt van bedrijven en organisaties. Een fatale vergissing.