Hij kon daardoor stoppen met werken. Koning Alcohol verstevigde zijn greep op hem en inmiddels heeft hij meerdere opnames in verslavingsklinieken achter de rug. In plaats van nieuwe perspectieven te ontwikkelen raakte hij met de erfenis aan de grond.
Een ander verhaal heeft een vriend van mij. Hij is zoon van een hoogleraar. Op school kon hij niet meekomen terwijl thuis gold: gij zult slim zijn. Zijn broer werd als briljant beschouwd; rond zijn dertigste maakte hij een eind aan zijn leven. Op zijn tweeëndertigste ontdekte mijn vriend zwaar dyslectisch te zijn. Hoewel zijn vrienden hem verzekerden dat ie niet dom is, zelfs best slim, had hij nauwelijks zelfvertrouwen.
Mijn vriend nadert nu de vijftig en leefde van de bijstand. Tot zijn moeder onlangs overleed en hij een ton erfde. Zijn bijstandsuitkering hield op. Hij kocht een appartement en via het uitzendbureau vond ie werk. Colportagewerk, waarvan hij me lachend en met glimmende ogen verzekert dat ie er steeds meer lol in krijgt.