Een meisje verlaat met haar oma de supermarkt. Voor de winkel staat een grote bak met zand op een metalen voet, paar peuken erin gestoken, rooster erop plus een bordje met een sigaret waar een rode streep doorheen staat.
‘Oma, waar is dit voor?’ vraagt een meisje terwijl ze naar de bak kijkt. ‘In de winkel mag je niet roken, dus hierin kunnen mensen hun sigaret uitmaken, voordat ze de winkel ingaan’, luidt het antwoord.
Het meisje blijft staan bij de asbak, ze wijst naar het bordje. ‘Maar hier staat juist “geen sigaretten”.’ ‘Ja, dat klopt’, zegt haar oma, die ook even blijft staan kijken voordat ze hun weg vervolgen.
In onze dagelijkse omgeving staat van alles waar je aan voorbijloopt, wat je niet eens meer ziet. En als je het op één of andere manier wel weer ziet staan, ga je je opeens afvragen wat je nou echt ziet.