met een mensenmassa waar omheen de schilderijen vooral ogen als kostbaar behang. Maar neem de koninklijke route, via het grote trappenhuis. Door de glazen deuren heen zie je het schilderij al in de verte fonkelen.
De Eregalerij presenteert schilderijen in zo’n luxe overdaad dat ze me helemaal niet waren opgevallen. Pas aan het eind bij de glazen deuren vroeg ik me af: waar waren die aankopen van 160 miljoen?
Marten en Oopjen hangen op hun tijdelijke plek naast de Nachtwacht. Op afstand ogen ze donker. Dichtbij blijkt Martens kleding prachtig. Naast me springt een Engelsman naar voren, enthousiast tegen zijn Nederlandse vriend: “Ab so lutely fabulous. When you described them to me, they sounded rather dull, but look at that!”
Nederlanders voor het schilderij kijken elkaar als in een reflex aan. En waar we het vandaan halen, halen we het: een glimlach, blij dat deze Rembrandt hier hangt en dat we er met onze neus bovenop kunnen staan.