Achter me klinkt: “Meneer, zo’n rol moet je altijd kopen. Als je echt niet meer met je vrouw verder kunt heb je dit nodig. Je plakt er haar handen mee vast aan een boom. Het is zo sterk dat ze zichzelf niet kan bevrijden. Ik kijk in het lachende open gezicht van een man van buitenlandse afkomst. Ik schiet in de lach. Verderop staat zijn vermoedelijke vader ook te lachen en te peilen of ik het wel als grap opvat.
“Oh, dat lijkt me wel een Turkse of Marokkaanse manier.” Hartelijk lachen is mijn deel.
“Nou meneer het is nog veel erger, mijn vrouw is Nederlands.”
Samen lachen om vooroordelen. Iedereen om ons heen grinnikt mee. De sfeer is open, kleine verbindinkjes ontstaan tussen ons in de winkel. Zijn wij nou met elkaar geïntegreerd?