We knijpen in de remmen en helpen man en fiets overeind, laten hem van de schrik bekomen.
Een klein jongetje kijkt ernaar. “Ze helpen”, legt zijn moeder uit. “Als iemand valt, moet je altijd helpen.” Ze reikt hem een leidend beginsel aan.
Als haar zoontje het als vanzelfsprekend zo gaat doen, herkennen we het als norm: hij vindt het normaal dat hij helpt. Het is een krachtige en kenmerkende vorm van organiseren in sociale betekenisgeving. Als we het allemaal zo doen, voelen we ons samenleving en komen in opstand als iemand ertegen zondigt.
Voor ons was helpen van die man vanzelfsprekend. Ik zag de opgestoken hand van het echtpaar, maar mij trof nog meer de glimlach van de moeder. Hoe zou dat komen?