Ik moest die middag aanschuiven bij een discussieprogramma op de regionale radio. Een van de onderwerpen zou de vluchtelingenstroom zijn.
“Mag ik je gebruiken om alvast wat te sparren?” vroeg hij. Ik stemde in. “Hoe kijken jullie bij Sezen naar het vluchtelingenprobleem?”
Ik vertelde wat over vormen van betekenisgeving en hoe dat uitpakt in oriëntaties van mensen.
Na 10 minuten vatte hij het op zijn manier samen. “Dus als ik het goed begrijp: iemand met een christelijk-sociale oriëntatie zal die arme vluchtelingen willen helpen, iemand met een zelfreferentiële oriëntatie zal vinden dat die vluchtelingen alleen maar een graantje komen meepikken van onze welvaart en dat de grenzen dicht moeten, iemand met een evolutionaire oriëntatie zal zeggen dat we ze toch niet kunnen tegenhouden en er maar het beste van moeten maken en iemand met een rationele oriëntatie zal vooral zijn geïnteresseerd in een goede organisatie van de logistiek. Daar kan ik wel wat mee.”
Ik was perplex en zei dat hij klaar was voor de discussie.