Het antwoord begint met de waarneming dat neoliberalisme in de jaren tachtig doorbrak en evolueerde. Kennelijk paste het bij de heersende omstandigheden.
Technologie en welvaart maakten het mogelijk van jezelf uit te gaan, zelfreferentiële betekenisgeving domineerde steeds meer in de samenleving. We emancipeerden. In het hoger onderwijs leerden studenten omgaan met de functionaliteiten die technologie bood. Zelfreferentiële-rationele betekenisgeving ging steeds meer de oriëntatie van leidinggevenden in organisaties bepalen. Neoliberalisme sloot daar naadloos op aan.
Na 2000 zijn de omstandigheden voelbaar aan het veranderen. We zijn onverkort zelfreferentieel, maar technologie nodigt nu uit tot zoeken en verkennen, en iedereen kan er makkelijk gebruik van maken. We zijn ons ervan bewust geworden dat de aarde ons gedrag niet meer trekt en de massale stroom mensen die hulp nodig hebben dringt zich steeds nadrukkelijker op.
We zoeken met z’n allen welke vorm van betekenisgeving bij welke activiteiten past en hoe je daarnaar handelt.