We glibberen door plassen en bergen blad. We groeten een man die ons tegemoet komt. Zijn glimlach plooit zijn hele gezicht als hij blijft staan. We herkennen hem, zouden willen doorlopen, maar kunnen dat niet. Het is duidelijk dat hij aan ons iets kwijt wil.
Binnen drie zinnen heeft hij het over de zestig kerstbomen die hij normaal nu opgetuigd zou hebben. Maar hij is gescheiden, woont ergens anders en heeft nu pas zes bomen op rommelmarkten verzameld. Zijn ogen stralen, opgetogen vertelt hij dat hij alle lege plekken in zijn nieuwe huis wil vullen. Dat lukt nog wel voor het december is.
Het voelt alsof we de eersten zijn die hij vandaag spreekt, tegen wie hij kan vertellen wat hem bezighoudt, en we zien hem ervan opknappen. Opgewekt groetend gaat hij in kletsnatte kleding verder, nog maar drie kwartier naar huis…..