Een aantal vrouwen met schoffels in de hand groet mij. “Jij bent zeker John?” We schudden handen en wisselen namen uit. Voor ik het weet, ben ik in de weer met een hark, groentebedden opmaken voor het komende seizoen.
Tijdens een koffiepauze praten we wat, zoals over eenzaamheid en ouder worden. Er staat iemand op: “We gaan even kijken of Berend thuis is. Het is niets voor hem om er niet te zijn.”
De dorpstuin bestaat al vele jaren en vrijwilligers zijn gekomen en gegaan. Zoals Mark. “Hij zei bijna nooit wat, kwam soms een hele tijd niet. Ik mis ‘m toch wel, het was zo gezellig.”
Aan het einde van de middag stap ik in de auto. Niemand die me vroeg wat een ambtenaar hier te zoeken heeft. En Berend was thuis en zat te roken. Met een glimlach en een knipoog: “Hij had vandaag geen zin.”