In de Volkskrant van dinsdag 26 juli stond dat verpleeghuizen die slecht presteren directies hebben die meer verdienen dan de Balkenende-norm. Verpleeghuizen die het goed doen hebben directieleden met een inkomen onder die norm. Is dat een wetmatigheid?
Het gaat om zorg. Zorg wordt waardevol als je ziet wat iemand nodig heeft en dat direct aanreikt. Je geniet ervan als iemand door jouw toedoen nog zoveel mogelijk actief kan zijn. Als je als medewerker van een organisatie voor iemand zorgt stoor je je niet aan werktijden. Als je langer of op een vrij moment iemand moet helpen doe je dat. Je handelt naar een norm: je helpt iemand direct als je ziet dat die hulp nodig heeft. Het gaat je niet om geld en inkomen. Dat moet voldoende zijn om behoorlijk van rond te komen en je in staat stellen te kunnen blijven helpen.
Inkomen in de zorg
Een instelling die waardevolle zorg levert, gaat niet uit van een financieel resultaat. De mensen die daar werken, leven sociale normen na, geen regels. Richtlijnen geven richting, worden niet als regel geïnterpreteerd. Er is weinig management en er zijn vrijwel geen beleidsmedewerkers. Er zijn systemen die door medewerkers en bewoners als helpend worden ervaren. Managers hebben vaak eerder als verpleger of arts gewerkt. In zo’n organisatie zijn de kosten laag, de kwaliteit hoog en er is weinig overhead. Familieleden worden in de sfeer meegezogen en leveren waardevolle bijdragen. Zorgvragers stromen toe. En het financiële resultaat blijkt altijd weer goed.
“Inspectie, verzekeraars, het ministerie, politici, kunnen zich geen zorginstelling voorstellen die is ingericht naar ‘normeren en sociale samenhang’.”
Nu komt het bizarre. Deze invulling wordt door de inspectie, zorgverzekeraars, het ministerie, politici, noch begrepen noch vertrouwd. Waardevolle zorg wordt door hen als doel gesteld. Ze zijn ervan overtuigd dat je dit bereikt met een vorm van organiseren waarin regels en systemen aan medewerkers acties en gedrag voorschrijven. De bestuurders moeten de doelen als persoonlijke doelen zien en mogen dus ook meer verdienen als ze hun doelen halen. Er zijn ‘krachtige bestuurders’ nodig die de systemen opleggen en medewerkers erin dwingen: de top gebruikt macht om resultaten te construeren. Al gauw is presteren erop gericht inkomen veilig te stellen en is waardevolle zorg een fata morgana geworden.
“Wat gebeurt er als je zorginstellingen als industriële onderneming inricht?”
Als je met vertegenwoordigers van genoemde instellingen spreekt zien ze wel in dat iemand zolang mogelijk thuis geholpen wil worden, dat waardevolle zorg vooral sociale samenhang vraagt, maar ze kunnen zich geen zorgorganisatie voorstellen die is ingericht naar ‘normeren en sociale samenhang’. Ze zijn niet in staat dat als vorm van organiseren te zien, laat staan dat ze die vorm vertrouwen. Er is inmiddels een toestand ontstaan waarin raden van toezicht directies selecteren die uitgaan van persoonlijke doelen die samen moeten vallen met de doelen die de raad van toezicht voor de organisatie heeft gesteld. In die volgorde. Tweede-Kamerleden zijn meegegaan met het idee dat publieke en semi-publieke organisaties als industriële onderneming moeten worden ingericht. Ze hebben dit gewild en in vijfentwintig jaar voor elkaar gekregen. Je herkent het als neoliberalisme. Er is een inductief verband tussen hoge inkomens aan de top en slechte kwaliteit zorg in verpleeghuizen.
Wat kun je zelf doen?
Er is een simpele remedie. Mensen komen voor bestuurs- of directieleden van zorgorganisaties in aanmerking als ze een sociale oriëntatie hebben en inkomen dus minder belangrijk vinden, in elk geval niet laten domineren. Hebt u een sociale oriëntatie? Probeer lid te worden van een raad van toezicht of cliëntenraad en selecteer en beoordeel bestuurs- en directieleden op sociale oriëntatie. Zie erop toe dat ze nooit meer organisatieadviesbureaus inhuren die neoliberaal organiseren. Geef tegengas als de inspectie of verzekeraar ‘construeren en macht’ als vorm van organiseren oplegt en stel de politiek aansprakelijk.