De regeringen van Rutte liepen in de prut door problemen die zij zelf grotendeels veroorzaakten. Er is een opeenstapeling van crises (toeslagen, Groningen, stikstof, asielzoekers, woningnood, onrechtmatige fraudebestrijding, klimaat, vastlopende zorg, achteruit kachelend onderwijs, enz.) en na het afscheid van fatsoenlijke politiek, mogen we komende maand weer naar de stembus om een nieuwe Tweede Kamer te kiezen. Die Kamer speelde zelf steeds een belangrijke rol bij deze ellende. Dat heeft rechtstreeks te maken met zijn positie als medewetgever. Ook als controleur van de regering en als referentiepunt voor het beleid dat zij uitzetten komt de Tweede Kamer in beeld. We nemen waar dat coalitiepartijen er van alles aan doen om de regering in het zadel te houden. Individuele Tweede Kamerleden worden gedwongen om hun persoonlijk oordeel te verdringen. De politieke lijn van de fractie is heilig; men zet dissidenten in de hoek en vereffent rekeningen bij vaststelling van de verkiezingslijst. Kortom, de leden van de Tweede Kamer zijn van volksvertegenwoordigers tot partijloyalisten verworden.
“De Kamer staart zich blind op de regering, is naar binnen gekeerd en de individuele leden vangen elkaars vliegen af.”
De Tweede Kamer raakte zijn rol als volksvertegenwoordiger kwijt. Dit wordt op schrijnende wijze zichtbaar in hoe burgers vermalen worden en alles vastloopt. De Kamer krijgt het al decennia niet voor elkaar een bewindspersoon via een motie van wantrouwen weg te stemmen. De oppositie vraagt de betreffende bewindspersoon of die het wellicht zelf tijd vindt om op te stappen, want een meerderheid halen voor een motie van wantrouwen is in deze Tweede Kamercultuur onmogelijk. De Kamer staart zich blind op de regering, is naar binnen gekeerd en de individuele leden vangen elkaars vliegen af. Hoe alle mooie plannen en uitvoerende stelsels de burgers in het nauw brengen, zien ze pas als het te laat is. Al heel lang is de taak van de Tweede Kamer als vertegenwoordiging van burgers verwaarloosd en inmiddels achter de horizon verdwenen. Invloed vanuit de basis van de samenleving op wat de overheid doet is weg.
“We hebben meer Omtzigts nodig, capabele volksvertegenwoordigers in plaats van technocraten en bestuurders.”
De wijze waarop Pieter Omtzigt (NSC) het falen van de overheid met haar systemen blootlegde en de leugens en het draaien van bewindspersonen aan de kaak stelde biedt veel mensen uitzicht op een betere bestuurscultuur. Hij wil ‘een harmonieuze balans tussen de individuele burger, maatschappelijke organisaties, de overheid en de markt’. Dat klinkt mooi. Verder gaat het bij hem over ‘meer planning op rijksniveau’, over ‘een grote renovatie van het bestuurlijke stelsel’ en komt hij met punten die bijna allemaal aanpassingen ter verbetering en versterking van het bestaande systeem betekenen. Omtzigt heeft ook voor zijn lijst gezocht naar technisch specialisten en heeft die voor een goed deel ook nog eens uit zijn ‘eigen’ CDA of uit het overheidsapparaat weggehaald. Dat is een gemiste kans. We hebben in alle partijen meer Omtzigts nodig: capabele volksvertegenwoordigers, geen partijtijgers. En zeker niet nog meer partijen.
“Gaat fractiedwang die Kamerleden hun onafhankelijkheid ontneemt, in elke fractie op de helling?”
De vraag aan elke Kamerkandidaat moet zijn of die zichzelf als vertegenwoordiger van de bevolking wil en kan profileren. De vraag die aan elke partijleider moet worden voorgelegd is of de fractiedwang die Kamerleden hun onafhankelijkheid ontneemt, in de eigen fractie op de helling gaat. Alleen een Tweede Kamer die in staat is een bewindspersoon weg te sturen en niet meer aan een bewindspersoon vraagt of die alsjeblieft wil aftreden, vormt een basis om het vertrouwen in de politiek te herstellen. Omdat burgers in deze tijd eerder zien wat mis is mogen we van echte volksvertegenwoordigers ook verwachten dat ze die problemen niet meer laten uitgroeien tot grote crises!