In de berm, op de weg, in struiken, op akkers. Ze vonden dat naar: het deed afbreuk aan hun vakantie.
Tijdens een begeleide wandeltocht zagen zij dat soldaten begonnen met opruimen op een stukje land. ‘Dat heeft geen zin,’ zei één van de reisgenoten, ‘ het is dweilen met de kraan open.’
‘Dat zie ik ook,’ zei mijn vriend, ‘laten we helpen.’ De groep was verbijsterd. Zij waren op vakantie. ‘Waarom zouden wij hier helpen? Wij zijn hier niet verantwoordelijk voor!’
‘Jullie hebben toch last van de rommel? Nou, dan kan je er ook iets aan doen, we hebben tijd.’ Nu werd een aantal reisgenoten boos, ze wilden doorlopen, weg van deze plek. Mijn vriend vond dat jammer. Even een uurtje de soldaten helpen paste volgens hem goed bij de gastvrijheid die hij in Nepal had ervaren.