Ze draaide het raam open. Ze had een aangetekend stuk. “Dat gaat niet lukken want hij is ‘n weekje weg”, zei ik. “Kan ik het aannemen?”
“Eigenlijk niet”, zei ze. Ze stak de brief weg, gaf een formulier waarmee de buurman het pakje kon afhalen bij het postkantoor 20 km verderop, of kon aangeven dat de postbode het later nog eens probeerde. Ogenschijnlijk efficiënt, erg ongemakkelijk en duur.
Ze slaat altijd het aanbod af voor een kopje koffie, komt niet uit de auto, laat staan dat ze weet hoe het in ons buurtje eraan toegaat. Toen ik me haar voor de geest haalde begon ik te vermoeden dat ze binnen koffie drinken vervelend vindt of dat ze dat niet mag. Er is geen belangstelling voor ons of voor wat enveloppen over ons vertellen. Ze ziet alleen adressen en brievenbussen en er zijn regels. Zo verliest de post het altijd van internet.