De tulpenmagnolia toont majesteitelijk zijn paarswitte bloemen. De bladeren van de beuk ontpoppen zich en onthullen hun dieprode kleur. Ze zijn teer, zacht en flinterdun. Een koolwitje dartelt rond in het zonlicht.
Een duivenkoppeltje bouwt ook dit jaar in een nisje van het kasteel van Coevorden zijn nest. Het mannetje vliegt af en aan met takjes, het vrouwtje ordent, bouwt en broedt.
Ik kan zomaar achteloos aan deze ontspanning voorbij gaan. Deze blijdschap zie, ruik, hoor en voel ik pas echt als ik mijn eigen spanning van de dag laat varen en tijd en agenda loslaat.
En dan zingt het en sta ik er niet los van. Tijdens deze slentertocht schiet mij een eeuwenoud lied te binnen. De zon wandelt elke dag van het ene naar het andere einde van de aarde, gaat blij naar buiten en betreedt zingend haar weg. De wereld ervaart haar stralende gloed.