Een kennis vertelde over een bijeenkomst waar een wethouder afscheid nam en mensen met een geestelijke beperking hem in het zonnetje zetten. De wethouder werd als VIP begeleid door een bodyguard. Tijdens de afscheidsspeech kreeg hij het even te kwaad. De bodyguard keek verbaasd opzij, legde toen troostend een hand op zijn schouder.
Ter ere van zijn afscheid werd ook een toneelstuk opgevoerd. In het vuur van het spel, waarbij de wolf naar Roodkapje uithaalde, begon een kind in de zaal te gillen. De acteurs vielen stil. En degene die de wolf speelde, zette even zijn masker af. Hij keerde zich naar het kindje: “Kijk maar, ik ben het maar.” Waarna het spel weer verder kon.
De kennis zei: “We noemen ze in de dagelijkse gang ‘mensen met een geestelijke beperking’. Ze zijn sterren in sociale betekenisgeving.”