Even nog gas geven bij oranje. Het bleek “dik” rood te worden.
Het zijraam ging omlaag en de knappe vrouw achter het stuur keek mij met knipperende ogen aan.
“Heb ik iets verkeerd gedaan, agent?” vroeg zij met een zwoele stem.
“Tja, mevrouw u bent vol door rood licht gereden”, antwoordde ik. Bij hoog en bij laag hield zij vol door groen te zijn gereden.
“Nee mam.” Er verscheen er een gezichtje tussen de stoelen door. Het dochtertje, blijkbaar nog onbekend met strategisch gedrag, bleef in haar waarneming: “Je reed wel door rood.” Mam boog haar hoofd en zuchtte: “Ok, schrijf maar.”