“Hello, how are you?”
“Fine”, zeg ik, “how about you?” “Fine”, en voorbij is hij alweer.
Het doet me direct denken aan mijn stage in Amerika, in 2001. Ik kreeg die vraag ook vaak ’s morgens in de lift. In het begin antwoordde ik daar dan op, vertelde hoe het ging, dat we fietsen hadden gekocht, enz. Men keek me dan altijd een beetje wazig aan. Tot het me na ongeveer een week begon te dagen dat het een beleefdheidsvraag was waar je geen antwoord op geeft behalve ‘fine’.
De Filippijnen waren lang een Amerikaanse kolonie en ook hier vragen Filippijnen: “Kumusta?” “Okay lang!” Verschil merk ik wel, ik voel bij hen vaak even contact. En het is oké om te zeggen dat het minder gaat: “Bakit?” (waarom?) en je mag dan even klagen over wat er is. Eenzelfde vraag in twee omgevingen waar een andere manier van betekenisgeving overheerst: zelfreferentieel of sociaal.