“Nee, ik werd gekalmeerd met medicijnen en kreeg een bed. Elke ochtend was er een groepssessie, maar die trok ik niet, omdat ik al overprikkeld was. Eens in de twee weken zag ik de psychiater. Verder verbleef ik daar en gebeurde er niets. Weet je dan niet dat het zo gaat?”
Het beeld ontstaat dat patiënten er zijn voor de instelling, dat de instelling in zichzelf gekeerd is. De patiënten komen toch wel. De gesloten afdeling in deze instelling is een plek waar heftige spanningen of juist lethargie elkaar afwisselen. Sociale en evolutionaire betekenisgeving zijn ver weg. Weinig hulp in vormen waar mensen naar snakken, verstoken van mogelijkheden om afleiding te hebben. Daar zou je ziek van kunnen worden.