“Zo, daar zitten we dan!” zei hij tevreden. Het appartement was met hulp van een binnenhuisarchitect en weloverwogen verlichting en meubels ingericht. Alsof je in een chique interieurzaak was.
Er kwam weinig daglicht binnen. De vroeger rondhoppende vogeltjes en hun geluiden werden hier gemist. En het was jammer dat het gebouw na de voordeur zo onpersoonlijk was. Het nodigde niet direct uit tot contact met medebewoners.
Het appartement was inmiddels van alle moderne gemakken voorzien. Alleen een tweede vaatwasser werd nog gemist, voor de grote borden. Als je de omstandigheden op je in liet werken, dan merkte je aan van alles dat wisselwerking was teruggebracht. Nieuwe evoluties zouden hier moeilijk op gang gaan komen.
“Ja, hier worden we oud.”
Ik kon het alleen maar beamen.