Allemaal mensen die komen kijken en optreden bij de Edinburgh Tattoo.
Klagend met elkaar over de strenge controles, het grote aantal beveiligers, de precieze aanlooproutes naar de tribune en de onvindbare plek op de lang van te voren besproken plaats, lopen de toeristen over het terrein. “Hé”, roept iemand, “Dat is mijn plek!” “Nee dat is mijn plek!” Onrust naast mij.
150 drummers en doedelzakspelers lopen vervolgens in strak geordende rijen, spelen vastgestelde noten en bewegen identiek op precies uitgestippelde choreografie, vanuit het kasteel het terrein op.
De rationele organisatie aan het begin van de avond konden velen niet waarderen, maar de performances waar eveneens de rationaliteit van afdruipt, wel. De toeschouwers leunen achterover en laten het gebeuren. Iedereen hoor je verzuchten: “Wat een genot.”