De conductrice controleerde onze kaarten. Nadat ze mijn kaart uit haar scanapparaat haalde, keek ze mij aan en zei dat ik een nieuwe kaart moest aanvragen, omdat mijn foto was versleten. Ik bewaar de kaart in een hoesje maar hij ziet er inderdaad niet meer uit.
“Meneer, sommige collega’s beboeten u hiervoor, ik niet, maar u moet wel een nieuwe kaart aanvragen.”
Ik antwoordde dat ik dit merkwaardig vond. Het systeem zou iedereen toch gewoon een goede kaart moeten leveren: “Dus de NS levert mij een kaart die niet voldoende slijtvast is en ik word aan het werk gezet om dat te repareren op straffe van een boete?” (Vervanging kost me 11,-; de eerste aanschaf 7,50). De conductrice reageerde niet meer.
Mijn geliefde zei: “Waarom moet je daarover zeuren, je weet toch dat het zo werkt?” Ik zei niets en dacht ‘ze’ hebben het voor elkaar. Het is intussen normaal dat wij er zijn voor het systeem in plaats van andersom.