We hebben een fijne band met onze buurman, gebruiken elkaars gereedschap, verzorgen elkaars dieren, helpen elkaar. Ik stond nooit stil bij de vraag hoe dat zo is kunnen groeien in 10 jaar tijd.
Toen ik laatst bij hem was zei hij dat ik de flex, die hij had geleend, wel weer mee kon nemen. Ik vroeg hem waar de borgmoer was. Die zat er niet op, zei hij. Ik zei dat ik dat vreemd vond omdat ik die er altijd opdraai. “Oh, maar hier liggen er nog genoeg. Hier, neem deze maar mee.” Eenmaal terug zag ik de borgmoer liggen op mijn werkbank.
Ineens realiseerde ik me dat ik bezig was met wie er gelijk had en dat hij die vraag niet eens wilde stellen. Het werd me duidelijk dat onze goede band niets te maken heeft met heldere afspraken, correcte verrekening of gelijk hebben. Dergelijke rationaliteit voelt ineens eerder als een bedreiging dan als een voorwaarde voor ons contact.