Ik las deze week het omvangrijke rapport van de WRR over De nieuwe verscheidenheid. Daarin wordt onderzocht of ‘nieuwkomers’ bijdragen aan de Nederlandse economie en aan sociale samenhang. De conclusie van de onderzoekers is dat daar waar hoger opgeleiden wonen dat niet het geval is. En waar hoger opgeleiden niet een regio domineren blijkt er niet goed een uitspraak over te geven.
Maar in het onderzoek lijkt geen aandacht geweest te zijn voor de vraag of wellicht de Nederlandse bevolking en dan vooral de hoger opgeleiden afwijzend naar mensen met een niet-Nederlandse afkomst zijn gaan kijken. Stel dat ze meer uitgaan van zichzelf – zelfreferentiëler worden – dan vinden ze al gauw dat anderen in de weg zitten of zich moeten aanpassen. Je constateert dan een dalende sociale samenhang.
De conclusie die ik aan het rapport verbind is dat de WRR zou moeten onderzoeken hoe hoger opgeleiden in de wereld staan, wat hun oriëntatie is. Dan komen die onderzoekers ook zichzelf tegen. Ik weet niet of hen dat tegenhoudt.